De algemene
opzet van Computervaardigheden
De serie Basisdiploma Computervaardigheden richt
zich op een werkelijk minimale vaardigheid. Dit in tegenstelling tot andere
ontwikkelingen die het aantal onderwerpen onder de noemer ‘minimaal
vereiste basisvaardigheden' juist laten toenemen. We denken in het bijzonder
aan het computerrijbewijs. Het computerrijbewijs is een goed uitgangspunt
voor docenten. Aan cursisten/leerlingen van een opleiding ‘beginnend
beroepsbeoefenaar van niveau 2' moeten aangepaste eisen worden gesteld.
|
|
Welke overwegingen
hebben een rol gespeeld bij de opzet van het programma?
Bij de opzet van het programma is sterk gekeken naar het gebruik
van de computer in de "doorsnee beroepspraktijk". Hierbij moet
het woord beroepspraktijk zo breed mogelijk genomen worden en men dient
tevens te beseffen dat het gaat om het nemen van een eerste drempel. Meer
in het bijzonder:
- het programma gaat uit van een onderwijskundig concept dat direct
aansluit bij de beroepspraktijk.
- het programma richt zich op een doelgroep waarvoor geldt dat het
nemen van een eerste drempel een daadwerkelijke overwinning is. De praktijk
heeft uitgewezen dat het stellen van te hoge eisen voor een computervaardigheidsdiploma
voor velen uitmondt in frustratie.
- het programma gaat uit van een beperkte studietijd.
Ondanks het feit dat de beroepspraktijk niet uit het oog is verloren
bij de opzet van de serie, realiseren we ons dat de serie evengoed gebruikt
kan worden als algemene opstart voor ICT-onderwijs. Er is immers grote
behoefte aan goed leerlingenmateriaal waarbij de taal uitermate eenvoudig
is gehouden en de eisen m.b.t. de uitwerking van de verschillende onderwerpen
niet te hoog gegrepen zijn.
|
 |
Studietijd
Hoeveel tijd kost de studie?. Het antwoord hangt natuurlijk af van de
hoeveelheid ervaring die men al heeft en hoe snel men leert. De gemiddelde
cursist heeft de volgende studietijd nodig:
Afkorting |
Naam |
Tijd in klokuren |
CVB |
Computervaardigheden: Besturingssysteem (Windows) |
18 |
CVC |
Computervaardigheden: Computer als apparaat |
15 |
CVI |
Computervaardigheden: Internet en e-mail (IE en OE) |
15 |
CVP |
Computervaardigheden: PowerPoint |
15 |
CVR |
Computervaardigheden: Rekenblad (Excel) |
36 |
CVT |
Computervaardigheden: Tekstverwerken (Word) |
30 |
|
 |
Taalgebruik
Er is veel aandacht aan het taalgebruik besteed. De tekst is
opgebouwd uit korte zinnen. Bijzinnen zijn zoveel mogelijk vermeden. Er
is gekozen voor een groter lettertype om de leesbaarheid te vergroten.
Uit de praktijk is gebleken dat leerlingen/cursisten geen "leesboek"
willen hebben, maar een boek dat veel plaatjes bevat. Daarnaast bevat
elk boek veel opdrachten, zodat het echte 'doe-boeken' zijn geworden.
|
 |
Gecontroleerd
zelfstandig leren
Op scholen zijn vaak Open Leer Centra of Studiecentra aanwezig.
Cursisten worden geacht daarin zelfstandig te werken. De boeken maken
dat mogelijk. De opgaven zijn duidelijk genummerd, zodat de cursist kan
kiezen de gevraagde antwoorden in het boek, of voorzien van een nummer,
in een schrift te noteren.
|
 |
Voortgangscontrolepunt
Iedere les in het leerboek eindigt ieder met een zogenaamd ‘voortgangscontrolepunt'.
De bedoeling is dat de begeleidende docent op het moment dat de cursist
zo'n punt tegenkomt, het boek, of schrift, van de cursist controleert.
Dan kunnen de voortgang en de eventuele problemen met de cursist besproken
worden. Een paraaf geeft vervolgens aan dat de cursist het voortgangscontrolepunt
is gepasseerd.
|
 |
De modules
- Module 1: De computer als apparaat (ISBN 90 - 72594 - 38 - X)
- Module 2: Windows (ISBN 90 - 72592 - 37 - 1)
- Module 3: Tekstverwerking (ISBN 90 - 72594 - 17 - 7)
- Module 4: Rekenblad (ISBN 90 - 72594 - 18 - 5)
- Module 5: Internet (ISBN 90 - 72594 - 19 - 3)
- Module 6: PowerPoint (ISBN 90 - 72594 - 36 - 3)
|
 |
Nieuwe
didactische vormen
De laatste jaren ziet men dat er grote interesse is voor didactische
vormen waarbij de leerling/cursist in een actieve rol wordt geplaatst.
Men kan hierbij denken aan vormen van Probleem Gestuurd Onderwijs of Project
Gestuurd Onderwijs. De leerboeken zijn bijzonder geschikt voor deze nieuwe
onderwijsvormen. Met name door het opnemen van de voortgangscontrolepunten
kan de docent nu bijhouden tot waar de leerling/cursist gevorderd is.
In de tussentijd kunnen opdrachten worden gegeven waarbij de leerling
in een actieve rol wordt geplaatst. De boeken zijn dus ook geschikt voor
het werken in Open Leercentra. |
 |